Brexit-expert: ‘Ruim 1 miljoen buitenlanders hebben het Verenigd Koninkrijk verlaten en dat gaat de economie merken’
‘Onze Man in Londen’ ziet symboliek in een lenteherstel maar ook een zomer van omvallende ‘zombiebedrijven’. ‘Zoals de pandemie veel van de Brexit-gerelateerde problemen verbloemd, zo verbloemen de corona-steunprogramma’s voor bedrijven veel pandemie-gerelateerde problemen’. De Brexit-blog van Lennard van Otterloo.
Langzamerhand komt er beweging in. Bijna twee weken geleden mochten niet-essentiële winkels weer open en mocht de horeca (in buitenruimten) weer serveren. Na een lockdown die veel strenger was dan die in Nederland (hier geen meubelboulevard met de paasdagen) voelt het gedeeltelijk beëindigen ervan als een grotere mijlpaal. Dat het samenvalt met de lente is symbolisch. Er kan voorzichtig gedacht worden aan de toekomst.
Alleen ziet dat denken aan de toekomst er hier wel anders uit dan in Nederland. Geen terugkeer naar polderen, eerder een terugkeer naar modderen. Een herstel midden in de nasleep van de Brexit.
Kermit
Deze week hief de Britse regering de eis op dat iedere vrachtwagen die het Graafschap Kent inreed (en dus waarschijnlijk op weg is naar ferry of Kanaaltunnel) daar vooraf een vergunning voor moet regelen. Officieel heette het een ‘Kent Access Permit’ maar het kreeg al direct de bijnaam Kermit.
Nu bijna vijf maanden verder lijkt de noodzaak voor het voorkomen van opstoppingen te zijn afgenomen. Deels door een permanente afname van handelsverkeer.
Haperende export
Een blijvend probleem zijn de voedselstandaarden. De Britse regering heeft er voor gekozen niet in het EU systeem van zogeheten ‘sanitaire en fytosanitaire maatregelen’ te blijven. Dat hadden ze best gekund maar daar hebben ze bewust van afgezien.
Bekend zijn de problemen met Britse vissers die vrijwel niets de EU nog in krijgen maar we horen de laatste tijd ook steeds meer uit andere hoeken, bijvoorbeeld van kaasproducenten. Een ‘export health certificate (EHC)’ afgegeven na een veterinaire inspectie kost al gauw een paar tientjes per order. Dat soort nieuwe bureaucratie heeft alle kleinere bestellingen vanuit het buitenland in één klap onrendabel gemaakt en raakt vooral het midden- en kleinbedrijf.
Zoals de pandemie veel van de Brexit-gerelateerde problemen verbloemd, zo verbloemen de corona-steunprogramma’s voor bedrijven veel pandemie-gerelateerde problemen.
Een zomer van omvallende ‘zombiebedrijven’
Zoals de pandemie veel van de Brexit-gerelateerde problemen verbloemd, zo verbloemen de corona-steunprogramma’s voor bedrijven veel pandemie-gerelateerde problemen. Het eerste kwartaal van dit jaar waren er 720.000 Britse bedrijven in grote financiële problemen, 100.000 meer dan het kwartaal ervoor. Deze zomer gaan we zien hoeveel Britse bedrijven eigenlijk niet meer levensvatbaar zijn.
Het begint in juni als het verhuurders van bedrijfspanden voor het eerst toegestaan wordt om een jaar aan huurachterstand te gaan innen.
Eind september loopt dan het ‘furlough scheme’ af waarmee de overheid een deel van de loonkosten voor rekening neemt. Dat zal waarschijnlijk een ontslag- en faillissementsgolf veroorzaken. Nu is de werkloosheid ‘maar’ 4,9 procent, lager dan veel economen hadden verwacht gezien de omstandigheden. Alleen is de kans groot dat de zomer de onverbloemde werkloosheid zal laten zien. Eind van het jaar kan het tegen de 6,5 procent lopen.
Personeel
Britse universiteiten, die voor hun inkomsten bovenmatig afhankelijk zijn van buitenlandse studenten, rapporteren een 40 procent terugval in studenten uit EU-landen. En studenten die niet komen studeren blijven ook niet hangen om te werken.
Naar schatting 1,3 miljoen buitenlanders hebben het Verenigd Koninkrijk het afgelopen jaar verlaten. Dat zal een klein beetje Brexit en een flink deel corona zijn, maar de oorzaak maakt voor het gevolg weinig uit. De Britse economie heeft altijd gedraaid op het importeren van arbeid, van goedkoop agrarisch of horecapersoneel tot hooggeschoold talent in de wetenschap of financiële sector.
Het programma om Britten in te zetten voor agrarische arbeid is mislukt en het omscholen van bioscoopmedewerker tot ingenieur heeft ook nog wel wat voeten in de aarde. Dit betekent dat de komende jaren waarschijnlijk in het teken staan van zowel hoge werkeloosheid als structurele tekorten aan geschikt personeel. Knap lastig voor het herstel.
Kan het tij gekeerd worden?
Het grote probleem is dat de Britse regering niet gevoelig is voor kritiek. Hele sectoren vangen nul op het rekest als ze aanpassingen aan de Brexit-deal voorstellen.
Gelukkig werd vorige week de ‘UK Trade and Business Commission’ gelanceerd. Deze onafhankelijke groep van parlementariërs, economen en mensen uit het bedrijfsleven moet zowel de Brexit-deal met de EU als eventuele toekomstige handelsovereenkomsten met andere landen tegen het licht gaan houden. Sluit het aan bij wat het land nodig heeft? Waar is er behoefte aan?
Hopelijk wakkert deze nieuwe commissie een redelijk debat aan in plaats van ingegraven posities. Ook in de Brexit-discussie mag de lente nou wel eens aanbreken.
Lars is afgestudeert journalist en werkt voor een lokale krant als redactuur